HISTORIEK
Naar aanleiding van het vijftigjarig bestaan van de Raad het Laatste Nieuws vzw schreef gewezen voorzitter Prof. dr. Walter Prevenier
de brochure Raad Het Laatste Nieuws. Een terugblik.
Onderstaande tekst is uit deze brochure gelicht. De volledige brochure kunt u ook in pdf-formaat inkijken.
RAAD HET LAATSTE NIEUWS vzw
DE OORSPRONG
Het verhaal van de "Stichting (thans Raad) Het Laatste Nieuws vzw" gaat terug tot 14 april 1947. Liberalen uit negentien landen hebben toen in Wadham-College te Oxford de Liberale Internationale gesticht, en de Spaanse diplomaat en historicus Salvador de Madariaga tot eerste voorzitter verkozen. De vergadering stelde bovendien een Manifest op dat bedoeld was om te fungeren als ideologische grondslag van het Europees liberalisme. Het stond van dan af bekend als het "Manifest van Oxford" en vertolkte een sociaal en progressief liberalisme, dat zijn inspiratie had gevonden bij de ideeën van Lord Beveridge en een alternatief wilde bieden voor staatssocialisme en socialistisch dirigisme. Het had tevens de ambitie een origineel antwoord te leveren op de intellectuele en morele depressie die de Tweede Wereldoorlog had veroorzaakt, een alternatief voor "de wanorde, armoede, hongersnood en vrees, teweeggebracht door twee wereldoorlogen". Julius Hoste jr. had als Belgisch minister tijdens de oorlogsjaren in Londen scherper dan ooit de betekenis leren inschatten van het liberalisme en het humanisme als dam tegen totalitaire avonturen zoals dat van de Nazi’s, en hij was, samen met zijn vriend de Madariaga, een van de voornaamste penhouders van de boodschap van Oxford. Als directeur-eigenaar van Het Laatste Nieuws realiseerde hij zich de verstrekkende betekenis van deze verklaring voor een ‘volkse’ krant als de zijne, door het bieden van een referentiekader aan de brede publieke opinie.
INSPIRATIE EN BEKOMMERNISSEN VAN JULIUS HOSTE
In februari 1954 overleed Julius Hoste. Reeds tijdens zijn Londense jaren had hij aan intimi zijn bekommernis laten blijken over het voortbestaan,
na zijn overlijden, van Het Laatste Nieuws als liberaal, humanistisch blad, ook indien zijn erfgenamen of latere eigenaars van het handelsfonds andere
opvattingen zouden gaan aankleven. Hoste had in Londen, reeds tij dens de oorlog, weet gekregen van een analoge redactieformule bij de Britse krant The
Guardian. Het initiatief sloot aan bij een meer algemene stroming van kort na de Tweede Wereldoorlog. Bij de Parijse krant Le Monde werden de journalisten
in 1951 mondige aandeelhouders, opdat de krant steeds haar oorspronkelijke strekking en haar onafhankelijkheid zou kunnen behouden. In het Verenigd
Koninkrijk kwam in 1953 een General Council of the Press tot stand die toezicht zou houden op de onafhankelijkheid van de journalistieke professie;
de idee was sterk, doch de impact van deze Raad bleek erg beperkt wegens het ontbreken in zijn schoot van sterke publieke persoonlijkheden. Geruime
tijd voor zijn overlijden had Julius Hoste aan de toenmalige directeur-generaal en vertrouwensman Albert Maertens opdracht gegeven dit plan uit te
werken. De beste waarborg leek hen de oprichting van een vzw onder de naam "Stichting Het Laatste Nieuws" (sinds 2004 om wettelijke redenen omgevormd
tot "Raad Het Laatste Nieuws vzw", maar nog vaak omschreven als "Stichting"), die zou waken over de ideologische continuïteit van de krant. Albert
Maertens deed een beroep op de hoogleraren Jean Van Ryn en Albert Lilar, minister van Justitie, om daartoe een waterdichte juridische constructie
op te zetten, enerzijds met statuten van de op te richten vzw, en anderzijds met nieuwe statuten van de NV Uitgeverij J. Hoste, waarin de eigenaars
van de krant het bestaan en de bevoegdheden van de Stichting erkenden en onderschreven. Het toezicht op deze constructie was even cruciaal als het
bestaan ervan. Julius Hoste was dan ook zeer bekommerd over de keuze van de leden van de Stichting en had nog net voor zijn dood aan Albert Maertens
een lijstje bezorgd van personen die zijn volledig vertrouwen genoten en bekend stonden als onkreukbare liberale prominenten. Een goed jaar na
Hostes dood, op 3 mei 1955, ging de Stichting van start. De eerste voorzitter werd Hans Van Werveke. Hij was Gents hoogleraar en voorzitter van het
Willemsfonds, en had met recht en reden het epitheton ‘geweten van het Vlaamse liberalisme’ toebedeeld gekregen. Naast Van Werveke waren ook lid:
mevrouw Jeanne Persoons, weduwe van Julius Hoste, Albert Maertens, directeur van Het Laatste Nieuws, Pieter Lambrechts, hoogleraar aan de Gentse
Universiteit, later rector, senator en voorzitter van het Willemsfonds, Victor Sabbe, liberaal volksvertegenwoordiger en voorzitter van het LVV, en
Marcel Stijns, hoofdredacteur van Het Laatste Nieuws. De statuten van de Stichting verzekerden nadrukkelijk de continuïteit van het liberale profiel,
daar bij overlijden of ontslag de leden worden aangevuld door coöptatie op basis van de door Hoste gekoesterde criteria.
WATERDICHTE GARANTIES VOOR DE TOEKOMST
Toen in de loop der jaren zeventig/tachtig de familie Van Thillo mee ging investeren en de krant een onderdeel werd van een ruimere mediagroep, De Persgroep,
bleven de door Hoste en Maertens genomen beschikkingen van toepassing. Op het moment dat de familie Van Thillo de controle over Het Laatste Nieuws verwierf en
deze inbracht in een nieuwe naamloze vennootschap, thans Aurex geheten, verliep ook deze overgang volkomen vlekkeloos. Artikel 39 van de statuten van de NV
Uitgeverij J. Hoste voorzag immers dat bij toebedeling van het handelsfonds aan derden, dezen dezelfde verplichtingen tegenover de Stichting Het Laatste
Nieuws zouden hebben als de vroegere eigenaars. Indien deze voorwaarde niet wordt vervuld, is een fikse forfaitaire schadevergoeding aan de Stichting
verschuldigd. Zover is het gelukkig niet gekomen, en zal het ongetwij feld ook nooit komen. De nieuwe aandeelhouders van de uitgeverij hebben
probleemloos artikel 39 toegepast en de afspraken met de Stichting geactualiseerd én strikt nagekomen. De constructieve verstandhouding wordt overigens
in de hand gewerkt doordat de gedelegeerd bestuurder van de NV en de hoofdredacteur van de krant systematisch de vergaderingen van de Stichting als
waarnemers bijwonen.
DE STICHTING EN DE AANWERVING VAN JOURNALISTEN
De Stichting Het Laatste Nieuws heeft in de afgelopen halve eeuw haar taak van toezicht naar behoren kunnen vervullen dankzij de waarborgen van de geschetste dubbele juridische
constructie. Volgens de bepalingen van artikel 3 van de overeenkomst tussen de Stichting enerzijds, de NV Uitgeverij J. Hoste en haar rechtsopvolgers
anderzijds, verplichtte de NV zich, in de bewoordingen uit 1992 van wijlen Frans Vink, toen secretaris van de Stichting, "geen journalist en/of
stagedoend journalist, die aan de redactie van Het Laatste Nieuws verbonden zal worden, in dienst te nemen of te ontslaan, zonder voorafgaandelijk de
goedkeuring van de Stichting ontvangen te hebben". Ook de aanstelling en het ontslag van een hoofdredacteur is aan de voorafgaande goedkeuring van de Stichting
onderworpen. Even cruciaal is artikel 4 van het akkoord: "inzake de algemene lijnen van de politieke richting van Het Laatste Nieuws, waarbij in aanmerking
komen zowel de redactionele teksten als de advertenties, wordt de goedkeuring van de Stichting verondersteld, behoudens zij haar standpunt in een per post aangetekend
schrijven gericht aan de verantwoordelijke uitgever zou meegedeeld hebben". Op deze laatste procedure diende nog geen beroep te worden gedaan. De
Stichting heeft namelijk efficiënt gebleken overleginstrumenten ontwikkeld. Op de halfjaarlijkse vergaderingen van de Stichting leggen de leden vrijmoedig hun kritische
bedenkingen en opbouwende suggesties op
tafel ter attentie van de steeds aanwezige directie en de hoofdredactie. Ze doen dit met aandacht voor de specifieke positie van Het Laatste Nieuws in het globale Vlaamse
medialandschap. Verder worden op elke sessie alle cv’s van de nieuwe journalisten doorgelicht. De definitieve rechtskracht van hun aanstelling gaat inderdaad pas in na het ondertekenen
en het onderschrijven door de betrokkenen van het Manifest van Oxford, ongeacht of ze actief zullen zijn in de opiniërende of in de informerende
geleding van de krant. Ook de aanstelling en het ontslag van een hoofdredacteur is aan de voorafgaande goedkeuring van de Stichting onderworpen. Daarenboven wordt telkens geverifieerd
of de krant sinds de vorige vergadering de liberale princiepen van de Stichting heeft geëerbiedigd. Daarbij bespreken de leden niet enkel de
ideologisch gevoelige hoofdartikels en editorialen, ze bekijken eigenlijk alle pagina’s van de krant met een geoefend en kritisch oog.
DE MAATSCHAPPELIJKE BETEKENIS VAN DE "RAAD"
Het bestaan en de werking van de Stichting is ook breed maatschappelijk betekenisvol. Ze waarborgt immers de continuïteit van een spreekbuis van het liberalisme
in Vlaanderen, en het voortbestaan van een instrument van duiding van de humanistische waarden voor een breed publiek. Hierdoor blijven brede lagen in de samenleving,
die deze opvattingen genegen zijn, verzekerd dat ze de krant die hun ideologisch lief is in de bus krijgen. Door de aanwezigheid van de Stichting weten bovendien de
medewerkers van de krant precies waar ze aan toe zijn bij het vervullen van hun delicate taak, namelijk het belichten van relevante facetten in de samenleving
vanuit een ruim humanistisch perspectief, en het reflecteren hierop door een kritisch liberaal prisma. In deze gedachtegang is de Stichting ook een vangnet voor
de journalisten, telkens hun journalistieke vrijheid door buitenstaanders in vraag wordt gesteld,
voorzover deze redacteurs het geschetste ideologisch kader eerbiedigen en blijk geven van een deugdelijk professioneel niveau.
VEILIG STELLEN VAN HET VLAAMS HUMANISTISCH LIBERALISME
De kerntaak van de Stichting is het waarborgen van de oorspronkelijke ideologische strekking van de krant, zoals Julius Hoste het reeds zag
in het midden van de vorige eeuw. Artikel 2 van de statuten van de Stichting (thans Raad) formuleert het kernachtig: "de vereniging heeft tot opdracht
Vlaamse humanistische liberale opvattingen te steunen, te verdedigen en te verspreiden. Ze zal zich onder meer laten leiden door de beginselen
vervat in de Verklaring van Oxford". De woorden werden zorgvuldig gewikt en gewogen. "Humanistisch" staat gelijk aan het "veilig stellen van menselijke
waarden". "Liberale opvattingen" mogen niet worden verward met "partijpolitiek liberalisme". De Stichting en de krant stonden van meet af aan voor een
liberalisme dat over de partijgrenzen heen reikt. Ze hebben zich steeds onafhankelijk opgesteld tegenover de opeenvolgende partijen van liberale strekking.
Algemeen ideologisch zitten ze uiteraard nagenoeg volledig op dezelfde golflengte. Stichting en krant houden zich echter ver van de tactische en
strategische manoeuvres waarop een politieke partij zich noodgedwongen moet toeleggen. Anderzijds gunt de Stichting de journalisten van Het Laatste
Nieuws de charme van het vrije woord, door hen ruimte te geven voor journalistieke creativiteit. De statuten van de Stichting voorzien, in artikel 3, dat zij de bevoegdheid heeft "in algemene lijnen de politieke houding van het dagblad Het Laatste Nieuws te bepalen". De term "in algemene lijnen" is precies bedoeld om de redactionele vrijheid voldoende ruimte te laten. De tijd dat een pers met handen en voeten aan een politieke partij gebonden was - een stoere traditie tot het midden van de
20ste eeuw, vooral binnen de socialistische en katholieke families - ligt al enkele decennia definitief achter ons. Wat blijft er dan rechtop voor een
niet-partijpolitiek gebonden maar wel ideologisch geïnspireerde krant, zoals Het Laatste Nieuws is en wenst te blijven? Het is, in dat perspectief,
voor de Raad en voor de journalisten van de krant, een moeilijke maar heilzame evenwichtsoefening om tegelijk de fundamenten van het Vlaamse
humanistische liberalisme veilig te stellen én kritische voetnoten te plaatsen bij de dagelijkse partijpolitieke vertaling van die grote beginselen.
Dit laatste heeft af en toe geleid tot onbegrip bij politici van liberalen huize. De krantenlezer van de 21 ste eeuw, en dus ook de liberale
achterban, is echter volwassen genoeg om deze nuances op te merken. De Raad heeft wel herhaaldelijk bij de redactie aangedrongen om hun kritische pijlen te richten op inhoud en strekking van de politieke boodschappen, en niet op individuele politici en publieke figuren, om niet op de man maar steeds op de bal te spelen.
De essentie voor de Raad Het Laatste Nieuws is het vrijwaren van het humanistische liberalisme zoals omschreven in het Manifest van Oxford. Deze notie impliceert
het nastreven van een levendig individualisme, het verdedigen van de rechten van de mens, het veiligstellen van de persoonlijke vrijheid
tegenover een bemoeizuchtige overheid, het uitschakelen van betuttelende censuur op de culturele creativiteit, geen ongebreidelde vrijheid nochtans, wel één met
zorg voor de zwakken in de samenleving vermits armoede synoniem is van onvrijheid. Frans Grootjans omschreef in een toespraak tot de journalisten van Het
Laatste Nieuws op 19 oktober 1992 liberalisme als volgt: "Liberalen zullen de markteconomie verder verdedigen. Maar zij is een te enge
basis voor het hedendaagse liberalisme, dat veel meer is dan een economisch systeem. Het is een allesomvattende levensvisie. Basiselementen zijn: het respect voor de
medeburger, het open houden van voldoende ruimte voor de individuele creativiteit, het opbrengen van een positieve tolerantie, het
aanvaarden van het risico, de beloning van de inspanning, de bekommernis voor diegenen die het moeilijk hebben in het leven, de zorg voor het leefmilieu".
DE SAMENSTELLING VAN DE RAAD
De samenstelling van de Raad Het Laatste Nieuws vzw weerspiegelt trouw deze door Grootjans gedefinieerde waaier van liberale facetten en competenties.
Ze is een waarborg voor een genuanceerde beoordeling van het liberale gehalte van de journalistieke bijdragen. In 2006 komen onder de leden van de Raad
gewezen journalisten voor (in het bijzonder een voormalige hoofdredacteur en een voormalige politieke editorialist), een liberale politicus
(gewezen minister en partijvoorzitter), een vice-gouverneur van de Nationale Bank van België, verder personen die actief zijn of waren in een liberale drukkingsgroep
(Liberaal Vlaams Verbond), in de liberale vakbeweging (ACLVB), in een liberale cultuurvereniging (Willemsfonds), in een liberale instelling (Liberaal Archief) en,
ten slotte, in overheidsdienst. De doeltreffendheid van de Raad is recht evenredig aan de discretie die ze in acht neemt. Door deze discretie kan ze haar
totale onafhankelijkheid veilig stellen tegenover beïnvloeding van personen en van politieke en economische instanties. Ze heeft zich ook nooit laten verleiden tot enige publieke
polemiek wanneer haar activiteit een enkele keer ongenuanceerd in het licht werd gesteld.
EEN NOBEL GEDACHTEGOED
Het vlotte samenspel van de Raad met de journalisten, de hoofdredactie en de eigenaars van de krant is een verhaal van welbegrepen gelijklopende belangen.
De Raad verheugt er zich dan ook ten zeerste over dat het succesvolle management van Het Laatste Nieuws het lezerspubliek boven het miljoen wist te brengen,
wat de ideologische impact van de krant tot onverhoopte hoogten optilde. Naast televisie en onderwij s blij ft een krant met een dergelijke indrukwekkende
oplage een onschatbaar medium om brede lagen van de bevolking dag na dag te confronteren met het nobele gedachtegoed van het moderne, humanistisch
en sociaal georiënteerd liberalisme.
Walter Prevenier
Gewezen voorzitter Raad Het Laatste Nieuws vzw
|